Nummer achttien
De film Nummer 18 is een poëtisch zelfonderzoek – hoe zijn minderwaardigheidscomplex en angst voor de dood, het leven van de kunstenaar/filmmaker heeft gered.
Guido van der Werves werk kenmerkt zich onder andere door gebruik van (zijn eigen) klassieke composities en zijn eigen performance als triatlonatleet. Totdat hij door Berlijn fietste en een taxichauffeur zomaar zijn deur open deed. Hij viel van zijn fiets en werd geraakt door een langsrijdende stadsbus. Twee maanden vocht hij voor zijn leven in een Berlijns ziekenhuis. Een grotere confrontatie met het leven is er niet.
Een ontwikkeling in een fast-forward mode volgde: alsof hij veertig jaar levenservaring in zes maanden opnieuw ervoer.
Tijdens zijn revalidatie moest hij van de artsen en psychiaters terug naar zijn jeugd. Hij realiseerde zich dat de trauma’s van zijn ouders hem als kind onbewust hadden gevormd. Hij voelde een druk om te presteren, dacht het zijn schuld was dat zijn moeder in een inrichting werd opgenomen, en ontwikkelde een minderwaardigheidscomplex. Zijn vader had een hartkwaal en vocht 15 jaar tegen dementie alvorens aan deze ziekte te overlijden – hetgeen Guido met een diepgewortelde angst voor de dood opzadelde. Zijn antwoord hierop was sporten. Rennen. Marathon. Triatlon. Tot zijn ongeluk.
Toen kon hij het niet meer alleen doen, en moest hij zich wel verlaten op hulp van anderen. Liefde van zijn naasten.
De mens is altijd bezig geweest om de dood te ontsnappen en voor altijd te leven met behulp van cultuur en religie. De film laat de ontwikkeling van Guido als mens en kunstenaar in de pogingen daartoe zien.
Filmtitel: Nummer achttien
Regie: Guido van der Werve