Recensie: Bon Voyage (Telefilm)
Goede reis zonder vertrek
Een volgepropte familieauto staat op de oprit, de achterklep nog open. Vader is druk bezig met inpakken, moeder heeft net de laatste boodschappen gedaan. De jongste sleept haar koffertje naar de auto en neemt afscheid van het huis, terwijl haar oudere zus nog snel een openingszinnetje in het Frans in haar hoofd stampt en het broertje zijn beste vriend gedag zegt.
Met dit typische tafereel, dat zich aan het begin van de zomervakantie vermoedelijk op talloze plekken in dit land afspeelt, begint Bon Voyage. Maar het wordt geen ‘goede reis’, helemaal geen reis zelfs, want vlak voor vertrek belt de huisarts: opa is ongeneeslijk ziek, kanker.
Het gezin blijft thuis.
De herkenbaarheid van de beginscène, die de hele film door steeds weer opduikt, is meteen één van de krachten van deze Telefilm. Het is de regisseur gelukt daarmee niet de overbekende clichés uit te melken, maar de kijker juist door de vertrouwde details in het verhaal te trekken en mee te laten leven.
Elk familielid blijkt anders om te gaan met de nieuwe situatie en zo ontspint zich een mozaïekverhaal dat eigenlijk niet was gebeurd als alles naar plan was verlopen. Terwijl vader Fred met dochtertje Jasmijn probeert voor zijn schoonvader te zorgen, zoekt moeder Tine juist de afleiding. Zoon Jochem, eerst helemaal blij dat hij thuis kon blijven en dus verder met zijn beste vriend aan hun boomhut zou kunnen sleutelen, komt erachter dat die vriend ondertussen al een nieuwmaatje heeft gevonden en ineens meer geïnteresseerd is in meisjes dan in jongensavonturen. En dan is er natuurlijk nog dochter Anouk die maar één plan heeft: ontmaagd worden. Als dat niet in Frankrijk kan, dan maar thuis.
Elke verhaallijn is op zichzelf de moeite waard. Klein, teder en vaak herkenbaar en tegelijkertijd toch boeiend. Anouk, zo gefocust op het vinden van een ‘echte’ man, merkt niet dat de ware eigenlijk al de hele tijd bij haar in de buurt is. Haar onzekerheid is vaak in kleine details mooi in beeld gebracht. Een volgens haar verleidelijk blik zorgt bij de kijker voor een glimlach, zij het uit medelijden of uit ontroering.
Het personage van de moeder blijft misschien nog het vaagst. Ze heeft moeite met de ziekte van haar vader. Pas later blijkt dat de reden daarvoor in het verleden ligt, maar ook dit verklaart niet haar afstandelijke houding tegenover haar man en kinderen. Dat ze niet tot haar puberende dochter kan doordringen, lijkt nogal begrijpelijk, maar het is soms bijna pijnlijk om te zien hoe ze de goede bedoelingen van haar man niet kan aannemen en hem daardoor voor het hoofd stoot. En nog erger misschien dat ze niet kan ingaan op de vragen van haar jongste dochter, die als enige in het gezin op een open manier met de nabije dood van haar grootvader bezig lijkt te zijn.
Dit levert aan de ene kant confronterende, maar tegelijkertijd ook heel intense momenten op, zoals de scène waarin opa Jasmijn dan maar meeneemt naar een crematorium, om haar te bewijzen dat mensen toch echt gewoon worden verbrand. Of het moment bij de wastafel na een dagje werken in de tuin met zijn tweeën. “Als je dood bent, neem ik die zeep mee,” zegt het kindje ineens. Om eraan te kunnen ruiken en zo de herinnering aan opa op te halen als zij of iemand uit het gezin verdrietig is. “En als die op is, kopen we nieuwe. Zo ben je er dan voor altijd,” lacht zij en gaat verder in haar spel. Geen dramatiek of grote gebaren, juist zo’n kleine onschuldige uitspraak maakt het onvermijdelijke afscheid zo reëel.
Bon Voyage is niet alleen een reis die niet door zou gaan. De titel staat ook voor de ‘reis’ die elk familielid in deze paar weken doormaakt in zijn veranderende leven. En natuurlijk voor de laatste reis, die onafwendbaar boven deze zomer hangt.
De puzzelstukken van de persoonlijke verhalen komen uiteindelijk allemaal tot een eigen einde. Geen bombastische tragische scènes, maar ook dit afscheid is klein en juist daarom zo indringend. De symboliek van het vuurwerk zou men als kitsch kunnen ervaren, maar het is een geslaagde manier om de verhaallijnen weer aan elkaar te knopen, zodat er een film ontstaat over een gewoon gezin dat worstelt met alledaagse gebeurtenissen en een groot verlies. Zachtjes, subtiel en juist daarom aangrijpend.